Afscheid nemen is zonde van de moeite

Voor het decembernummer 2015 van het Tijdschrift voor Begeleidingskunde met als thema ‘Loslaten en afscheid nemen’ heb ik een reactie geschreven (op uitnodiging) op het hoofdartikel, dat handelt over de betekenis van een goede binding in je jonge jaren met vader en moeder om later in je leven op een waardevolle wijze afscheid te kunnen nemen van mensen om je heen.
De titel van mijn bijdrage is ”Afscheid nemen is zonde van de moeite”, naar de befaamde uitspraak van Thomas Hardy, een auteur/poëet uit het begin van de negentiende eeuw. In mijn bijdrage neem ik met name het afscheid nemen door de coach (begeleider) en door de cliënt onder de loep alsmede het afscheid nemen buiten de context van het coachen in het ‘echte’ leven. De gehele tekst is te lezen op deze website.

Afscheid nemen is zonde van de moeite.
Jeroen Hendriksen

Afscheid nemen bestaat niet, zingt Marco Borsato uit volle borst. En als je het lied hoort, denk je onvermijdelijk: waar heeft ie het over, hij wil helemaal geen afscheid nemen. Integendeel, hij koestert zijn onzekerheden om een definitief afscheid te voorkomen. Herkenbaar. We zoeken allemaal rond het thema afscheid en verlies, omdat het een heel dichtbij en vaak een bedreigend en lastig thema is. Een thema dat ‘handelingsverlegenheid’ oproept, schrijven Wielink en Wilhelm in hun inleidend artikel. Ik zou haast de stelling willen betrekken dat vanwege die handelingsverlegenheid afscheid nemen helemaal geen pijn doet, we drukken het weg en het leven gaat gewoon door. Thomas Hardy zegt het treffend: ‘Afscheid nemen is de moeite niet waard.’ Maar dat was een schrijver uit 1900. In dit artikel onderzoek ik, mede op grond van eigen ervaringen, de weerbarstige thematiek van het afscheid nemen gericht op het begeleidingsproces, wetend dat niet alleen de organisatieinvalshoek van Wielink en Wilhelm een rol speelt, maar juist ook de professionele en persoonlijke betrokkenheid op dit onderwerp. Ik wil betogen dat afscheid nemen begint bij persoonlijke bewustwording van het thema, op grond van eigen ervaringen en reflectie, waarna het adequater ingezet kan worden in de professionele praktijk. Angst voor afscheid Van Mia Leijssen, de Belgische hoogleraar psychologie, heb ik geleerd dat therapeuten en andere begeleiders vaak moeite hebben met afscheid nemen van hun cliënt. Ze stelt dat afscheid nemen van cliënten niet uit de verf komt, geen vorm en inhoud krijgt. Angst, onhandigheid, weerstand of botheid, hoe je handelingsverlegenheid ook benoemen wilt, zet de begeleider vast in zijn rol van deskundige. Ik zou haast willen speculeren dat het feit dat begeleiders vaak een eigen problematische persoonlijke achtergrond hebben hieraan debet is. Geen ‘secure bases’. Elk afscheid betekent het begin van een nieuwe herinnering. Shakespeare, Romeo en Julia. Hoe beter gehecht, hoe beter de rouwverwerking en het afscheid, is kort samengevat de redenering van Wielink en Wilhelm. Ik twijfel over deze conclusie, het is niet mijn ervaring in cliëntkontakten, maar ik kan mijn twijfel niet hard maken, net zo min als Wielink en Wilhelm hun conclusie. Feit is wel dat de Amerikaan Rogers beschrijft dat cliënten heel vaak een of twee sessies voordat de begeleider het afscheid wil aankondigen zelf al aangeven te willen stoppen. Uit de humanistische psychologie is ook bekend dat het van groot belang is voor een wederzijdse positieve afronding van het traject tijd te besteden aan het afscheid tussen begeleider en cliënt: 10% van de geïnvesteerde begeleidingstijd is daarvoor een richtlijn. Na negen uur begeleiding is dat zo’n drie kwartier tijdens de laatste sessie. De achterliggende gedachte is: afscheid nemen is een leerproces dat je de cliënt (en jezelf!) niet mag ontnemen. Het is een herstel- en groeikans, zegt Leijssen. Bewust worden van je persoonlijke relatie met het thema afscheid Ooit, lang geleden, nam ik afscheid van mijn werk vanwege een nieuwe baan. Met mijn hoofd in de wolken richtte ik mij op de nieuwe toekomst. Ik dacht mijn collega’s een handdruk te kunnen geven op mijn laatste werkdag. Mooi niet. Een etentje, een cadeau, toespraken en knuffels werden een avond lang mijn deel. Zoals een collega zei: ”Jij mag dan misschien niet aan afscheid hechten, wij hadden er wèl behoefte aan.” Mijn eerste levensles op het gebied van afscheid. Recentelijk merkte ik dat ik al een keer of drie niet tijdig gereageerd had op de reflectieverslagen van de groep psychologen die ik begeleidde in een intervisietraject. We hadden juist de route voor de finale vier bijeenkomsten gepland. De laatste keer had ik helemaal niet gereageerd, omdat ik in de war gekomen was met de data en de afspraken. Ik vond mezelf stom, slordig, lui, onprofessioneel, in welk patroon zat ik toch? Ik schaamde me dit te vertellen aan de deelnemers. Ik ga met de billen bloot, zei ik enigszins bedremmeld tegen de groep en vertelde dat ik het mezelf kwalijk nam. De reactie uit de groep was: ”Ach, we dachten, je bent al een beetje afscheid aan het nemen van ons.” Doorpratend met mijn eigen coach over dit voorval had ik aanvankelijk de neiging om het afscheid nemen van deze groep een smoesje te noemen om mijn onprofessionele gedrag te verbloemen. Bij zijn vraag naar wat afscheid nemen in mijn persoonlijk leven betekende, werd een centraal thema bij mij geraakt: in mijn omgeving vallen naasten weg en deze ogenschijnlijk fitte 70-jarige draagt wel een zeldzame vorm van bloedkanker met zich mee en heeft het stevig voor zijn kiezen gehad. Mijn confrontatie was vier jaar geleden: hoeveel maanden, hoeveel jaren heb ik nog? En hoe verhoud ik mij tot dat afscheid dat over enige tijd komen gaat? Gelukkig blijft mijn gezondheid na een pittige kuur stabiel. Ik herken dat afscheid nemen een groot thema voor mij is en dat ik het in de intervisiegroep wellicht probeerde te vermijden. Het persoonlijke kan verstrikt raken met het werk. De pijn van het afscheid kan vermeden worden, onbewust. Wanneer je afscheid neemt van je vriend, treur dan niet; wat je het diepst in hem bemint kan helderder voor je zijn bij zijn afwezigheid, Zoals de bergbeklimmer de berg duidelijker ziet vanuit de vlakte. Kahlil Gibran, De profeet. De professional gaat professioneel met afscheid om Het afscheid benoem ik bij de eerste kennismaking van een coachtraject en het daadwerkelijke afscheid geef ik samen met de cliënt vorm. We zoeken samen in overleg ons eigen ritueel. Dat kan terugkijken en evalueren zijn, muziek draaien, een laatste wandeling, een gedicht voorlezen, begraven of verbranden of een afscheidsknuffel, al naargelang de mensen en hun wensen. Toch, als ik helemaal eerlijk ben, zijn er ook momenten dat gewoon een stevige handdruk genoeg is voor mij (ik schat in dat dat voor de ander ook zo is op dat moment). Het is nog maar vijf jaar geleden dat een artikel van mij over afscheid nemen door een tijdschrift voor coaches geweigerd werd met het argument dat dit onderwerp niet van belang was voor deze doelgroep. Met de kennis van nu vraag ik me af of dat ook niet te maken had met de afstand die mensen voelen tot dat thema, de neiging om niet te (kunnen/durven) erkennen dat het om een belangrijk thema gaat. Angst voor het ‘sterven’, zeggen Wielink en Wilhelm, die ons ervan weerhoudt een natuurlijk proces te doorlopen. Als begeleider stel ik me de volgende vragen:

  •  Realiseer ik me hoe belangrijk het nemen van afscheid is als het gaat om herstel en groei van de cliënt?
  •  Durf ik dat aan? Hoe faciliteer ik de groei van de cliënt wetend dat afscheid niet een simpel gespreksonderwerp is.
  •  Heb ik inzicht in mijn eigen ervaringen en gedragspatronen als het om afscheid gaat?
  •  Wil ik samen met mijn cliënt vormgeven aan het afscheid? Of wil ik mijn eigen ‘ritueel’ ontwikkelen?
  •  Hoeveel tijd ruim ik in?

Afscheid nemen gaat stap voor stap Als ik in mijn omgeving vraag naar ervaringen rond het afscheid nemen (van de begeleider, van een cliënt, van het werk, van een naaste) komen er zeer verschillende maar herkenbare verhalen. Het afscheid van de 60-jarige met een burnout. Het totaal ontbreken van afscheid bij de zaak die failliet gaat. Het afscheid dat vergald wordt door zure opmerkingen van de manager voor een volle zaal. Het afscheid van een zieke vriend. Het is treffend hoe zo’n afscheid verdrongen kan worden, of opnieuw als heel belangrijk ervaren wordt, soms als een soort trauma herbeleefd wordt. Ik heb zelf tien jaar geleden afscheid moeten nemen van een trainingsbureau dat failliet ging; we zijn een half jaar bezig geweest een afscheid met elkaar te organiseren, maar het zat er niet meer in. Kaal, onaf en een beetje ontworteld voelt dat nog steeds. Cliënten kunnen ook een gedrag laten zien dat gericht is op het vasthouden van het contact. Ik heb ooit een coach in coaching gehad die na beëindiging van coaching van zijn eigen cliënt doorging met afspraken maken met die cliënt: een keer op de hond passen, een gezamenlijk theaterbezoek, boeken lenen. Het was beslist geen vriendschap, zei de coach desgevraagd, maar hij had de moed niet om te zeggen dat zijn coaching écht gestopt was en hij geen vervolgafspraken wilde. Een van mijn cliënten zegde een keer onze laatste bijeenkomst af, want ze had zogenaamd geen zin in plichtplegingen. Ze wilde geen verdere uitleg geven. Het doet me nu nog pijn, ik was beledigd, vond dat ze niet goed bezig was, zich onverantwoordelijk gedroeg, voelde me weggezet als een kleine jongen en vond haar niet professioneel. Ik had geen afscheid kunnen nemen, niet van mijn cliënt en niet van mijn negatieve gevoelens. Wat had ik zelf niet gezien bij deze cliënt? Afscheidsrituelen Een mooi ritueel vind ik de bekende afscheidsrede van Stephen Covey. Stel je voor, je mag een afscheidsrede houden voor degene van wie je afscheid neemt. De begeleider schrijft een afscheidsrede voor de cliënt en de cliënt schrijft er een voor de begeleider (juist met mensen uit het management werkt dit omdat ze allemaal Covey kennen). Verplaats je in het hier en nu van het afscheid. Betrek de toekomst erbij. Laat je gedachten vrijuit gaan over wat iemand nog presteren, ontwikkelen en scheppen gaat, bijvoorbeeld over vijf of tien jaar. Dit werkt louterend en groeibevorderend naar twee kanten. Zo’n afscheidsrede kun je overigens ook voor jezelf afsteken als laatste hoofdstuk in je eigen levensboek, de autobiografie die je achterlaat voor je naasten. Bij Yalom heb ik gelezen dat therapeuten (en dus ook begeleiders, denk ik dan) erg veel moeite hebben om over de dood, dat beangstigende (?) afscheid, te praten. Het schrijven van mijn eigen levensverhaal is voor mij een middel om mijn komende afscheid vorm te geven voor mijn naasten, als een laatste afscheidsgeschenk.

Literatuur

Riekje Boswijk-Hummel, 2002. Afscheid nemen. Loslaten wat dierbaar is. De Toorts Haarlem.

Stephen R. Covey, 2005. De zeven eigenschappen voor effectief leiderschap. Business Contact, Amsterdam

Mia Leijssen, 1999. Gids voor gesprekstherapie. Elsevier/De Tijdstroom, Maarssen.

Jeroen Hendriksen, Rimpelingen. Autobiografisch schrijven voor kankerpatiënten. Kontrast, Oosterbeek. verschijnt maart 2016.

Carl R. Rogers, 1951. Client Centered Therapy.Its current pratice, implications and theory. Constable, London.

Irvin D.Yalom, 2012. Tegen de zon in kijken. Doodsangst en hoe die te overwinnen. Balans, Amsterdam.