Stel je voor: het is 1911 en je leeft met 24 mannen in een houten barak op Antarctica. Het is winter, het is 24 uur donker, koud, guur, blizzards en tot 60* onder nul. In de barak verblijven de expeditieleden van captain Scott, een Brit die als eerste de geografische zuidpool wil bereiken in de zomer van 1911. Overdag doet men voorbereidingen voor deze zware tocht en ’s avonds wordt er naast kletsen, lezen, zang en kaarten wekelijks een lezing gegeven door een van de stafleden. Er is een wetenschappelijke staf aan de expeditie verbonden met geografen, weerkundigen, artsen en epidemiologen. De eerste lezing wordt gehouden door dokter Wilson, de arts van de expeditie die zich ook als zoöloog bezighoudt met het leven der pinguïns. Fotograaf Herbert Ponting houdt alles bij in zijn dagboek. Een spannende historische roman over het wel en wee van de expeditie onder leiding van kapitein Scott.